Archief 2018
ARCO: vernietiging koninklijke besluiten betreffende de staatswaarborgOp 25 maart 2013 stelde de Raad van State in het kader van de vernietigingsberoepen tegen de koninklijke besluiten van 10 oktober 2011 en 7 november 2011, waarbij de staatswaarborg voor deposito’s wordt uitgebreid tot aandelen van vennoten in een erkende coöperatieve vennootschap (de zogenaamde Arco-regeling) een prejudiciële vraag aan het Grondwettelijk Hof. Het Grondwettelijk Hof heeft op de gestelde vraag geantwoord bij arrest nr. 70/2017 van 15 juni 2017. Het Hof heeft geoordeeld dat artikel 36/24 van de wet van 22 februari 1998 ‘tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België’ de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, doordat de Koning kan voorzien in een regeling van toekenning van de staatswaarborg voor de terugbetaling aan vennoten die natuurlijke personen zijn, van hun deel in het kapitaal van bepaalde erkende coöperatieve vennootschappen. De Raad van State is, krachtens artikel 28 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, ertoe gehouden zich voor de oplossing van het geschil naar aanleiding waarvan de prejudiciële vraag is gesteld, te voegen naar het arrest van het Grondwettelijk Hof. Bij arrest nr. 240.896 van 6 maart 2018 worden de voornoemde koninklijke besluiten van 10 oktober 2011 en 7 november 2011 vernietigd. De Raad van State is van oordeel dat, door die koninklijke besluiten aan te nemen, toepassing is gemaakt van een bepaling die niet bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. (12/03/2018) |