Bij arrest nr
184.353 van 19 juni 2008 inzake Wezembeek-Oppem tegen het Vlaamse gewest, bevestigde, in verband met verrichtingen in voorbereiding van de verkiezingen 2003, de Raad van State uitdrukkelijk zijn rechtspraak van de arresten nrs. 138.860 tot en met 138.863 van 23 december 2004, inzake de zogenaamde "omzendbrief Peeters".
De Raad stelt aldus onder meer opnieuw dat de interpretatie van de rechten van wie in de randgemeenten in het Frans wil worden bestuurd, moet stroken met de voorrangsstatus van het Nederlands in die gemeenten en dat de interpretatie, zoals uitgedrukt in de omzendbrief, dat het verzoek om het Frans te gebruiken uitdrukkelijk moet worden herhaald,wel degelijk verenigbaar is met de bestuurstaalwet.