Archief 2014
Verplichte lessen godsdienst of zedenleer in het onderwijs?De ouders van een leerling uit het secundair onderwijs van de stad Brussel hebben bij de Raad van State beroep ingesteld tegen de beslissingen van de stad en de Franse Gemeenschap waarbij ze verplicht werden ofwel voor lessen godsdienst ofwel voor lessen zedenleer te kiezen. De ouders betoogden dat hun dochter aldus werd gedwongen een levensbeschouwelijk vak te volgen dat niet met hun overtuigingen overeenstemt, zodat hun fundamenteel recht om geen enkele godsdienst te belijden en geen enkele officiële levensovertuiging aan te hangen, werd geschaad. Bij zijn arrest nr. 226.627 van 6 maart 2014 heeft de Raad van State de vordering tot schorsing verworpen van de beslissingen waarbij geweigerd werd de dochter van verzoekers vrij te stellen van de verplichting een van de vakken in kwestie te volgen omdat anders geen homologatie van haar diploma zou kunnen worden verkregen. Volgens het arrest hebben de verzoekers niet in concreto aangetoond dat het onderwijs van het vak niet-confessionele zedenleer waarvoor ze hun dochter hebben ingeschreven, voor hen een gevaar voor een moeilijk te herstellen ernstig nadeel inhield. Om ervoor te zorgen dat het beroep tot nietigverklaring dat later zal worden onderzocht, een efficiënte behandeling te beurt valt, heeft de Raad van State in hetzelfde arrest evenwel besloten nu reeds aan het Grondwettelijk Hof een prejudiciële vraag te stellen betreffende de grondwettigheid van de verplichting om ofwel lessen godsdienst ofwel lessen niet-confessionele zedenleer te volgen. Die verplichting, die opgelegd wordt door de wetgeving van de Franse Gemeenschap, zou volgens verzoekers immers strijdig zijn met hun recht op eerbiediging van hun levensbeschouwelijke overtuigingen. (06/03/2014) |