Archief 2013
Onderwijsinspecteurs van de Franse GemeenschapEen aantal onderwijsinspecteurs van de Franse Gemeenschap die tijdelijk zijn aangewezen en die niet zijn geslaagd voor de selectieproef van 11 en 12 mei 2013, hebben bij de Raad van State 19 beroepen bij uiterst dringende noodzakelijkheid ingesteld. Bij arresten nrs. 224.617 tot 224.635 van 13 september 2013 heeft de Raad van State de tenuitvoerlegging geschorst van de verschillende ministeriële besluiten waarbij de Franse Gemeenschap inzonderheid de geslaagde deelnemers van deze selectieproef tot de proeftijd toelaat maar tevens een einde maakt aan de aanstelling van deze verschillende inspecteurs. De Raad van State heeft geoordeeld dat voldaan is aan de voorwaarden van de procedures in kort geding onder aanvoering van de uiterst dringende noodzakelijkheid: het vijfde middel van de verzoekschriften is ernstig bevonden en het risico van een moeilijk te herstellen ernstig nadeel is voldoende aangetoond. In dat vijfde middel hebben de verzoekers principiële bezwaren geuit betreffende de wijze waarop de proef was opgevat. Deze proef maakte het immers niet mogelijk alle generieke competenties te beoordelen die in de functiebeschrijving van de inspecteurs voorkomen, waaronder “communiceren” en “adviseren”. Harerzijds heeft de Franse Gemeenschap betoogd dat ze niet verplicht was alle generieke competenties vanaf de selectieproef te beoordelen omdat sommige competenties op het einde van de proeftijd kunnen worden beoordeeld. Ten aanzien van de ter zake geldende decreets- en wetsbepalingen heeft de Raad van State geoordeeld dat wel degelijk alle generieke competenties op het ogenblik van de selectieproef moesten worden beoordeeld en dat de uitlegging van de Franse Gemeenschap een discriminatie tussen de kandidaten in het leven roept daar ze het niet mogelijk maakt de aanspraken en verdiensten correct te vergelijken. Wat betreft de ernst van de morele en professionele schade die de verschillende verzoekers hebben aangehaald, heeft de Raad van State geoordeeld dat deze nog is verzwaard, inzonderheid door de rechtsonzekerheid waarin deze tijdelijke inspecteurs zich bevinden. Zij wachten immers sedert meerdere jaren tot de verwerende partij een oplossing in verband met hun rechtspositie invoert en aldus de onzekerheid over hun beroepsloopbaan wegneemt.
(13/09/2013) |
Raad van State