Archief 2013
Raad van State adviseert ongunstig over de forfaitaire bijdrage voor beroep op een pro deo-advocaatOp 10 juni 2013 heeft de afdeling Wetgeving van de Raad van State een advies gegeven over een wetsontwerp tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot juridische bijstand. In dat wetsontwerp komt een bepaling voor die het beroep op een pro deo-advocaat afhankelijk maakt van de betaling van een forfaitaire bijdrage. Het bedrag van de bijdrage en de gevallen van vrijstelling zouden bij koninklijk besluit worden bepaald. De Raad van State bekritiseerde deze bepaling omdat artikel 6, lid 3, c), van het Europees Verdrag over de rechten van de mens (EVRM) in strafzaken het recht inhoudt om kosteloos te worden bijgestaan door een advocaat als men niet over voldoende middelen beschikt om een advocaat te betalen. Aangezien de forfaitaire bijdrage op algemene wijze wordt opgelegd, ook in strafzaken, ten aanzien van personen die in het geheel niet over voldoende middelen beschikken om een advocaat te betalen, is de bepaling van het wetsontwerp op dat punt strijdig met artikel 6, lid 3, c) EVRM. De Raad van State wees er ook op dat in andere gevallen rekening zal moeten worden gehouden met de situatie van de persoon in kwestie, zodat een effectieve toegang tot de rechter en een eerlijk proces gewaarborgd blijft. Daarbij moet onder meer worden gedacht aan bijzondere doelgroepen van de rechtshulp zoals minderjarigen of personen met een mentale handicap. De Raad van State merkt ten slotte ook nog op dat de forfaitaire bijdrage meer in het wetsontwerp zelf moet worden uitgewerkt en dat het bepalen van het bedrag en de vrijstellingen niet zonder meer aan de Koning kan worden overgelaten. (26/06/2013) |