De Raad van State heeft bij zijn arrest nr.
178.632 van 16 januari 2008 de beslissing d.d. 19 februari 2007 van het Rechtscollege van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevestigd waarbij aan de heer J. VAN DEN HAUTE zijn mandaat van gemeenteraadslid te Sint-Pieters-Woluwe wordt ontnomen, en wel om twee redenen: ten eerste bedragen de verkiezingsuitgaven die de heer J. VAN DEN HAUTE na de gemeenteraadsverkiezing van 8 oktober 2006 heeft aangegeven 1.528,89 euro, terwijl hij 3.550,37 euro had moeten aangeven indien hij alle verkiezingsreclame had vermeld in zijn aangifte, waardoor het bij de wet van 7 juli 1994 toegestane maximumbedrag voor iedere kandidaat, dat 1.882,32 euro bedraagt, overschreden is met 1.668,07 euro, praktisch het dubbele dus; ten tweede is het kosteloos uitdelen, tijdens de verkiezingsperiode, van een vijftigtal abonnementen voor het gemeentelijk zwembad met een niet te verwaarlozen waarde van 150 euro elk, een gift waarvan de schenking verboden wordt bij artikel 7 van de wet van 7 juli 1994.