Geen intrekking dotatie Vlaams BelangMet arrest nr. 213.879 van 15 juni 2011 heeft de Raad van State uitspraak gedaan over de vordering die door leden van de Kamer en van de Senaat was ingesteld tot intrekking van de dotatie aan de politieke partij Vlaams Belang.
Het arrest overweegt dat de vordering slechts als tijdig kan worden beschouwd op voorwaarde dat verzoekers hun aanvraag indienden binnen zestig dagen na de kennis van het laatste of de laatste feiten en tekenen die aantonen dat het Vlaams Belang kennelijk vijandig staat tegenover de rechten en vrijheden gewaarborgd door het Europees Verdrag voor de rechten van de mens waarbij het woord “vijandig” dient te worden opgevat in de strikte zin waarin het volgens het Grondwettelijk Hof moet worden begrepen.
Aan die voorwaarde is volgens de Raad van State niet voldaan. Hij beoordeelt de enige door verzoekers bijgebrachte feiten waarvan wordt aangenomen dat ze er pas kennis van hadden in de periode van zestig dagen vóór de indiening van het verzoekschrift als verontrustend en van aard om te kunnen grieven en kwetsen, maar kan er niet toe komen ze bovendien te beschouwen als een duidelijk en doelbewust “aanzetten” tot de schending van (één van) de essentiële beginselen voor de democratie die verzoekers aanvoerden. Daaruit volgt dat de vordering als te laat wordt verworpen. (21/06/2011) |