Uitbatingsvoorwaarden zonnecentra – vordering tot schorsing verworpenHet koninklijk besluit van 24 september 2017 ‘tot bepaling van de voorwaarden voor de uitbating van zonnecentra’, dat is verschenen in het Belgisch Staatsblad van 2 oktober 2017, voorziet in het verstrengen van een aantal voorwaarden voor het exploiteren van zonnecentra. De drie verzoekende partijen, waaronder een belangenvereniging van de uitbaters van zonnecentra, stellen in hun inleidend verzoekschrift, wat de spoedeisendheid betreft, dat zij de uitspraak over het beroep tot nietigverklaring niet kunnen afwachten, nu zij inmiddels zeer zware financiële nadelen zullen ondervinden van de tenuitvoerlegging van het bestreden besluit, enerzijds door dalende inkomsten voor de verzoekende partijen, anderzijds doordat het bestreden besluit zonnecentra verplicht om op korte termijn zeer zware investeringen te verrichten in hun infrastructuur.
In zijn arrest nummer 241.331 van 27 april 2018 oordeelt de Raad van State dat de eerste verzoekende partij, de belangenvereniging van de uitbaters van zonnecentra, zich niet kan beroepen op de gevolgen van het bestreden besluit op de uitbating van de individuele zonnecentra om de spoedeisendheid bij haar vordering tot schorsing aan te tonen. Enkel de zonnecentra zelf kunnen dit inroepen. Het bestreden besluit heeft geen enkele impact op de financiële situatie van die verzoekende partij.
Wat de overige twee verzoekende partijen betreft, meent de Raad dat deze geen concrete gegevens en cijfermatige berekeningen aanleveren waaruit blijkt dat het door hen aangevoerde financieel nadeel vooralsnog tot onomkeerbare schadelijke gevolgen zal leiden. Bovendien treden de meeste verplichtingen van het bestreden besluit pas in werking op 1 januari 2019. De verzoekende partijen ondergaan bijgevolg niet meteen de gevolgen van deze verplichtingen. (08/05/2018) |