Randgemeenten: Voorzitter van het OCMW van Wezembeek-OppemNaar aanleiding van drie beroepen die Nathalie LECLAIRE, als rechtstreeks verkozen lid van de OCMW-raad van Wezembeek-Oppem, ingesteld heeft tegen, enerzijds, de vernietiging van haar aanwijzing als waarnemend voorzitter van het voornoemd OCMW en, anderzijds, de weigering om haar in dat ambt te benoemen, heeft de algemene vergadering van de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State de arresten nummers 240.937, 240.938 en 240.939 van 7 maart 2018 gewezen.
Bij haar arresten nummers 240.937 en 240.938 heeft de algemene vergadering geoordeeld dat de aanwijzing van Nathalie LECLAIRE als waarnemend voorzitter van het OCMW van Wezembeek-Oppem onregelmatig was, verzoeksters vordering tot schorsing afgewezen en het besluit van de OCMW-raad vernietigd waarbij zij voor die functie aangewezen was.
Bij haar arrest nummer 240.939 heeft de algemene vergadering de tenuitvoerlegging geschorst van de beslissing d.d. 30 maart 2017 waarbij de Vlaamse Minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen en Armoedebestrijding geweigerd heeft Nathalie LECLAIRE te benoemen tot voorzitter van de OCMW-raad van Wezembeek-Oppem. De algemene vergadering heeft geoordeeld dat er voor de beslissing houdende weigering van die benoeming, die gebaseerd is op de bevinding dat de betrokkene van het Nederlands niet de kennis zou hebben die nodig is om de geambieerde functie uit te oefenen, in casu op het eerste gezicht geen voldoende ernstige aanwijzingen bestaan. Bovendien heeft ze geoordeeld dat de zaak spoedeisend is, aangezien er reeds in oktober 2018 nieuwe gemeenteraadsverkiezingen gehouden worden en de kans dat verzoekster nog vóór het einde van de lopende legislatuur het ambt van voorzitter van het OCMW kan uitoefenen praktisch onbestaande zou zijn indien die beslissing niet geschorst zou worden. (07/03/2018) |