Concurrentiestrijd tussen Waals-Brabantse scholenBij arrest nr. 232.421 van 2 oktober 2015 heeft de Raad van State het beroep verworpen dat de inrichtende macht van het Institut Saint-Albert in Geldenaken heeft ingesteld tegen de beslissing van de Franse Gemeenschapsregering om een nieuwe school voor secundair onderwijs op te richten in Perwez, met name het Collège Da Vinci, waar op termijn 660 leerlingen naar school zullen kunnen gaan. In het Institut Saint-Albert volgen momenteel 705 leerlingen secundair onderwijs. De school rechtvaardigde haar belang om op te treden door de vrees voor een aanzienlijke vermindering van het aantal leerlingen, daar zij verwacht dat van de 32% leerlingen die van Perwez of van de aangrenzende gemeenten afkomstig zijn de helft het instituut zou verlaten om naar de nieuwe school te gaan. Ook al merkt de Raad van State daaromtrent op dat het nooit de bedoeling geweest is van het Institut Saint-Albert zelf een nieuwe school voor secundair onderwijs op te richten in de provincie Waals-Brabant, is hij van oordeel dat het instituut er voldoende belang bij heeft om de nietigverklaring van de bestreden beslissing te vorderen. "Hoe weinig aantrekkelijk het idee van een concurrentiestrijd tussen scholen - zo stelt het arrest - ook is, toch moet worden aangenomen dat, in het licht van de vrije keuze van de ouders en gelet op de bestaande financieringsregeling in de Franse Gemeenschap, de leefbaarheid van een onderwijsinstelling en de mate waarin de leerlingen begeleiding krijgen effectief bepaald worden door de grootte van haar leerlingenpopulatie." De Raad van State heeft het beroep niettemin verworpen en heeft, in tegenstelling tot wat de verzoekende partij betoogde, geoordeeld dat de bestreden beslissing niet met bijzondere redenen moest worden omkleed bij een voorafgaande oproep tot kandidaten, noch bij een vergelijking van de kandidaturen of de selectie van de definitief gekozen kandidaat, wat allemaal niet hoefde te gebeuren, aangezien bij de Franse Gemeenschapsregering geen enkele andere kandidatuur was ingediend voor de oprichting van een school op een andere plaats dan in Perwez. De provincie Waals-Brabant heeft een gelijklopend beroep ingesteld dat geleid heeft tot arrest nr. 232.420 van 2 oktober 2015; daarbij heeft de Raad van State geoordeeld dat, doordat de provincie zich beroept op haar hoedanigheid van inrichtende macht van een provinciale onderwijsinstelling die gelegen is in de nabijheid van de opgerichte school, zij niet beschikt over het vereiste belang om de nietigverklaring te verkrijgen van de beslissing tot oprichting van een nieuwe school in Perwez. In het arrest wordt erop gewezen dat het niet de taak is van de provincie om te concurreren met andere inrichtende machten en dat zij er dus geen belang bij heeft er zich tegen te verzetten dat in de nabijheid van een van haar onderwijsinstellingen een nieuwe school wordt opgericht om het gebrek aan onderwijsinstellingen te verhelpen. (05/10/2015) |