Archief 2016
Sint-Joost-ten-Node: reglement inzake prostitutie geschorstBij arrest nr. 234.644 van 3 mei 2016 heeft de Raad van State de tenuitvoerlegging geschorst van het politiereglement van Sint-Joost-ten-Node van 30 november 2015 met betrekking tot de raamprostitutie.
In het arrest worden vier onregelmatigheden in aanmerking genomen:
- Krachtens artikel 121 van de Nieuwe Gemeentewet mogen de verordeningen inzake prostitutie die de gemeenten uitvaardigen alleen tot doel hebben de openbare zedelijkheid en de openbare rust te verzekeren. Het systeem van het “gelijkvormigheidsattest” waarin het reglement voorziet, legt evenwel verplichtingen op die verder reiken dan hetgeen vereist is ter bescherming van de openbare zedelijkheid en de openbare rust en neerkomen op normen inzake het beheer van de prostitutie-activiteit.
- In datzelfde artikel wordt bepaald dat op de overtreding van die verordeningen politiestraffen staan, terwijl artikel 119bis van dezelfde wet de gemeenten machtigt om administratieve sancties op te leggen “tenzij voor dezelfde inbreuken door … een wet … (reeds) straffen … worden bepaald”. Op grond van die beide wetsbepalingen samen mogen geen administratieve sancties worden vastgesteld ter bestraffing van overtredingen van die verordeningen.
- Krachtens de Overeenkomst van 21 maart 1950 ter bestrijding van de handel in mensen en van de exploitatie van eens anders prostitutie zijn de partijen bij die Overeenkomst verplicht om elke bepaling op te heffen volgens welke prostituees speciale papieren moeten bezitten of zich moeten gedragen naar uitzonderlijke vereisten van toezicht of aangifte. Het gelijkvormigheidsattest dat volgens het bestreden reglement vereist is, dient te worden beschouwd als een van die “speciale papieren”.
- Ten slotte verplicht het bestreden reglement de uitbater om de gemeente op de hoogte te brengen van onder andere de identiteit van alle personen die in de zaak een bezoldigde activiteit uitoefenen. Die verplichting vormt een uitzonderlijk vereiste van toezicht of aangifte die krachtens diezelfde Overeenkomst verboden is.
Wat de spoedeisendheid betreft, wordt in het arrest geoordeeld dat met het bestreden reglement aan de verzoekende partijen verplichtingen worden opgelegd waardoor hun beroepsactiviteit ernstig geschaad kan worden.
(04/05/2016) |
Raad van State