Nadat de Raad van State eerder de tenuitvoerlegging ervan heeft geschorst (arrest nr. 215.768 van 14 oktober 2011) vernietigt hij bij arrest nr. 224.750 van 20 september 2013 het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge”, omdat bij de totstandkoming ervan onvoldoende rekening is gehouden met het milieueffectenrapport (MER).

 

Dit MER had de locatie die door de Vlaamse regering werd gekozen voor de inplanting van een nieuw voetbalstadion voor Club Brugge en Cercle Brugge, met bijhorende infrastructuur, uit een aantal mogelijke locaties, beoordeeld als zijnde de site met de meeste ongunstige gevolgen voor het leefmilieu.

 

In het MER wordt als belangrijke milderende maatregel voor de mobiliteitseffecten de realisatie van een treinstation vooropgesteld. Toch stelt het uitvoeringsplan de realisatie van een treinstation niet verplicht, maar laat het dit cruciaal aspect van de mobiliteitsproblematiek over aan het vergunningverlenende niveau.

 

Ten opzichte van het MER, dat steunt op een uitgebreide afweging van een breed scala van elementen die in detail werden beschreven en onderzocht, bevat het uitvoeringsplan  geen afdoende motieven voor de keuze van de Chartreuse-site boven de andere sites met minder ongunstige gevolgen voor het leefmilieu.

 

De Raad van State vernietigt niet, zoals gevraagd door de verzoekende partijen, het volledige uitvoeringsplan, dat 24 deelgebieden beslaat, doch beperkt de vernietiging tot 2 deelgebieden.

 

Op de eerste plaats betreft de vernietiging het deelgebied nr. 24 “Oostkampse Baan - Chartreuse”, zijnde het gebied waarbinnen het stadion en de flankerende infrastructuur worden voorzien.

 

De Raad van State vernietigt daarenboven ook in zoverre het plan betrekking heeft op het deelgebied “Sint-Pietersplas - De Spie”, zijnde, naast de huidige locatie van het Jan Breydelstadion, de locatie die door het MER gunstiger werd beoordeeld voor de inplanting van het stadioncomplex.  De volledige of gedeeltelijke realisatie van dit deel van het plan, dat het deelgebied voor een groot deel bestemt tot gemengd regionaal bedrijventerrein, zou immers een mogelijke latere keuze van die locatie voor het stadion in het gedrang kunnen brengen.