Archief 2013
Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan omleidingstracé “Noord-Zuid verbinding N74Bij arrest nr. 223.083 van 29 maart 2013 vernietigt de Raad van State het besluit van 4 maart 2011 van de Vlaamse regering houdende de definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Noord-Zuid verbinding N74”, nadat eerder bij arrest nr. 216.548 van 29 november 2011 de schorsing van de tenuitvoerlegging van dit besluit werd bevolen. Van noord naar zuid zou het omleidingstracé achtereenvolgens ten noorden van Helchteren het habitatrichtlijngebied “vallei- en brongebied van de Zwarte Beek, Bolisserbeek en Dommel met heide en vengebieden” en het vogelrichtlijngebied “militair domein en de vallei van de Zwarte Beek” doorkruisen (deze beide gebieden overlappen elkaar voor een groot gedeelte), tussen Helchteren en Houthalen en ten westen van Houthalen twee delen van het habitatrichtlijngebied “Mangelbeek en heide- en vengebieden tussen Houthalen en Gruitrode” kruisen en raken, en tenslotte ten zuiden van Houthalen het habitatrichtlijngebied “valleien van de Laambeek, Zonderikbeek, Slangebeek en Roosterbeek met vijvergebieden” raken. De plannende overheid diende rekening te houden met de gevolgen voor deze door het Europese recht beschermde gebieden. Het eerste plangedeelte materialiseert het omleidingstracé en voorziet daartoe in een langgerekt gebied voor wegeninfrastructuur. In het plan-milieueffectenrapport worden de milieueffecten van het eerste deelplan als “significant negatief” aangemerkt. Een derde deelplan creëert nieuw natuurgebied als “ecologische verbinding” tussen het militair domein Kamp van Beverlo en het militair schietterrein Meeuwen-Helchteren. Volgens het Vlaamse Gewest was het derde deelplan een afdoende milderende maatregel, bedoeld ter vermijding van een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van de betrokken speciale beschermingszones. Milderende maatregelen passen binnen het afwijkingsregime van artikel 6, lid 3 van de habitatrichtlijn. De Raad van State stelt echter vast dat het derde deelplan geen milderende maatregel is, maar een compenserende maatregel. Compenserende maatregelen passen binnen het afwijkingsregime van artikel 6, lid 4 van de habitatrichtlijn dat bij ontstentenis van alternatieve oplossingen kan worden toegepast maar dan moeten er dwingende redenen van groot openbaar belang worden aangetoond, wat in onderhavig geval niet is gebeurd. (02/04/2013) |